Image Alt Text

Waarom een toolkit rond sociaal ondernemen in de klas? 

Onderwijs heeft de kracht en de opdracht om kinderen te laten ontwikkelen tot actieve burgers. Als kinderen op jonge leeftijd kunnen ervaren dat hun stem er effectief toe doet en hoe ze voor een positieve verandering kunnen zorgen, is dat een belangrijke levensles. Die is broodnodig om niet alleen slim na te kunnen denken over de toekomst, maar ook om snel te komen tot een omgeving waar er genoeg is voor altijd en voor iedereen.  
Een democratische samenleving heeft burgers nodig die gemeenschappelijke uitdagingen kunnen en willen aanpakken.  

Wat is sociaal ondernemen in de klas? 

Tijdens sociaal ondernemen in de klas leren kinderen hoe je initiatief neemt, waarde creëert en een verschil maakt als actieve burger. Hun eigen ideeën en initiatieven staan daarbij centraal. Zo kunnen ze bijvoorbeeld buurtactiviteiten organiseren om buurtbewoners meer met elkaar te verbinden. Of tassen van oude kleding maken met daarop een boodschap om minder fast fashion te kopen. Zo dragen leerlingen op een creatieve en ondernemende manier bij aan een duurzamere wereld (zie duurzame ontwikkelingsdoelen).

Wat zijn de componenten van sociaal ondernemen in de klas? 

Bij sociaal ondernemen in de klas doorlopen de leerlingen een aantal componenten tijdens het proces.  

In verbinding staan

Het hart

Het hart symboliseert het in verbinding staan met jezelf, de ander en de wereld. Het ontwikkelen van compassie, empathie en zorgzaamheid, om van daaruit een probleem of uitdaging te verkennen.  

In verbinding staan

De uitroeptekens

Het uitroepteken staat voor kansen zien. Als er iets is waar je graag verandering in brengt, welke kansen om bij te dragen zie je dan?  

In verbinding staan

De lamp

De lamp symboliseert het genereren van ideeën. Je stelt jezelf de vraag: Welke mogelijkheden zie ik, welke ideeën heb ik om een verandering teweeg te brengen?   

In verbinding staan

Het aandraaien van de lamp

Het aandraaien van de lamp staat voor: Wat zal ik doen? Welk idee kies ik? Het gekozen idee wordt omgezet in actie, vaak samen met anderen.  

In verbinding staan

De plus

De plus symboliseert wat je hebt toegevoegd, als de actie is uitgevoerd: de waarde die je creëert. Je hebt iets ondernomen met de bedoeling een positieve bijdrage te leveren aan duurzaam samenleven.  

In verbinding staan

De pijlen

De pijlen staan voor reflectie tijdens en na afloop van het proces. Ben je tevreden, wil je een uitwerking aanpassen? Wil je opschalen/je actie breed delen om zo de impact te vergroten? Zal je een ander idee uitwerken? En wat leert sociaal ondernemen je over jezelf, de ander, de wereld?  

Welke competenties ontwikkelen kinderen door sociaal ondernemen in de klas? 

 Tijdens het leren sociaal te ondernemen worden verschillende competenties ontwikkeld. De competenties die centraal staan zijn de volgende: compassie, empathie en zorgzaamheid; duurzaam denken; samenwerken en communiceren; leiderschap; ondernemen; kritisch en systemisch denken en waarderen; creativiteit; leren en reflecteren. 

Hoe sluit  sociaal ondernemen in de klas aan bij de doelen voor het basisonderwijs? 

Burgerschapsonderwijs en maatschappelijke betrokkenheid zijn expliciet opgenomen in de Nederlandse kerndoelen (SLO) en de Belgische minimumdoelen (Vlaamse overheid). Met onderwijs in sociaal ondernemerschap werk je effectief aan te behalen doelen in persoonsvorming en levensvaardigheden, terwijl leerlingen een verschil kunnen maken in het echte leven. 

 Daarnaast is sociaal ondernemen in de klas ook ingebed in andere onderwijsinhouden. Afhankelijk van de keuze in de uitdaging die de leerlingen aanpakken, kan je als leraar zelf andere linken leggen naar specifieke leerinhouden binnen de kerndoelen (NL) / minimumdoelen (BE).

Hoe werk je met sociaal ondernemen in de klas aan een krachtige leeromgeving?

 

Het realiseren van een krachtige leeromgeving voor sociaal ondernemen in de klas vraagt om voorbeeldgedrag van de leraar rond socialisatie, waardenontwikkeling en ondernemerschap. Het vraagt om een leraar die kansen ziet, ideeën bedenkt en initiatieven ontplooit om bij leerlingen ondernemerschap te ontwikkelen. Daarnaast vraagt het om een leraar die de rol van facilitator en begeleider op zich neemt, feedback geeft en die terughoudend is met informatieoverdracht. Tot slot vraagt het om een leraar die leerlingen veel autonomie geeft en ze uitdaagt tot reflectie.